Mogelijkheden voor realisatie studentenhuisvesting zijn grot
Javascript is uitgeschakeld

Mogelijkheden realisatie studentenhuisvesting zijn groot

Geplaatst: 29-06-2012

In de komende vijf jaar willen we in ons land 16.000 extra studenteneenheden bijbouwen. En de mogelijkheden daarvoor waren nog nooit zo groot, zo bleek gistermiddag tijdens het symposium van Cauberg-Huygen. Veel leegstaande gebouwen kunnen via herbestemming voor studentenhuisvesting worden gebruikt.

Verder biedt de regelgeving enorm veel openingen voor tijdelijke en flexibele studentenonderkomens. De nieuwe regelgeving voor verbouw van bestaande panden en het bouwen van tijdelijke huisvesting is veel minder strikt dan bij nieuwbouw en laat daarmee ruimte voor creatieve, kwalitatieve en betaalbare oplossingen.

Bouwbesluit
Ruim honderd mensen waren afgekomen op het compacte mini-symposium 'Kansen voor betaalbare studentenhuisvesting', waar drie specialisten van Cauberg-Huygen presentaties verzorgden. In het algemeen is het opmerkelijk dat de eisen aan woonfuncties in ons land volledig zijn afgestemd op gezinnen en niet op studenten die een ander leef- en verwachtingspatroon hebben. Eigenlijk vraagt studentenhuisvesting om een eigen normstelling. Ondanks het gemis hieraan, blijken er vele kansen te zijn voor de realisatie van studentenhuisvesting. Tegelijk zijn er wel degelijk randvoorwaarden en beperkingen die ontwikkelaars en studentenhuisvesters in acht moeten nemen. Zo vertelde Jan Hardlooper, adviseur bij Cauberg-Huygen, dat het nieuwe Bouwbesluit bij herbestemmen van bestaande gebouwen naar studentenhuisvesting minimumeisen stelt die bijzonder laag zijn. Dit biedt kansen voor zeer creatieve oplossingen, maar brengt tegelijk ook risico's met zich mee. Studentenkamers moeten aan bewoners, ondanks de minimale eisen, een leefbare omgeving bieden. Vroegtijdig overleg met gemeenten is essentieel, evenals integrale planvorming, nog voordat de vergunningaanvraag wordt ingediend. Toch gaf Hardlooper de ontwikkelaars en exploitanten diverse voorbeelden van manieren waarop zij met economisch en milieutechnisch verantwoorde keuzes op redelijk eenvoudige wijze gebouwen tot studenteneenheden kunnen ombouwen.

Een andere optie die veel kansen biedt is de bouw van tijdelijke en/of flexibele studentenhuisvesting. Volgens adviseur Jack Ponsteen is plaatsing van prefab studenteneenheden een goed alternatief om snel aan de nijpende vraag te voldoen. Ook hiervoor moeten ontwikkelaars en exploitanten in vroegtijdig stadium met de gemeenten in overleg, ook omdat de (tijdelijke) huisvesting in de bestemmingsplannen moet passen. Vaak zal blijken dat diverse locaties mogelijkheden bieden. Zo kan men bijvoorbeeld in een bestemmingsplan de locatie voor verplaatsbare prefab studenteneenheden de functie woonwagen geven. De wetgeving biedt deze opening en dat creëert aantrekkelijke kansen voor gemeenten en ontwikkelaars die studenten snel onderdak willen bieden. Ook hier zijn de bouwtechnische en milieueisen minder streng dan bij nieuwbouwwoningen. Desondanks blijft het essentieel om vroegtijdig een integrale aanpak van de bouwplannen op te stellen. De energie- en geluideisen zijn over het algemeen lager, maar voor brandveiligheid gaat dat meestal niet op.

Dat energie-eisen in verbouwde, bestaande panden en in tijdelijke studentenhuisvesting minder streng zijn dan in nieuwbouw, komt goed uit, zo betoogde projectleider Peter-Paul Smoor. De alsmaar strenger wordende energieprestatie-eisen hebben namelijk grote invloed op de financiële haalbaarheid van nieuwe studentenhuisvesting. Vooral het gebruikersprofiel van studenten is zodanig typisch, dat bepaalde duurzame-energiesystemen voor studenten niet rendabel te krijgen zijn. Zo zijn studenten over het algemeen niet geïnteresseerd in koeling, waardoor warmte- en koudeopslag in de bodem nauwelijks interessant is. Ook doucht een student aanmerkelijk langer dan de gemiddelde Nederlander, dus warmtapwatervoorziening is belangrijker dan in andere woningen. Smoor concludeerde dat een collectieve, gasgestookte hr-ketel, gezien het gebruikersgedrag, het meest voor de hand ligt, eventueel aangevuld met thermische zonne-energie. Voor nieuwbouw kan daarmee echter niet altijd worden voldaan aan de strenge eisen op het gebied van energieprestatie. Een goed alternatief is daarom een aansluiting op stadsverwarming. Een mogelijk, duurzaam alternatief is een collectieve energieopwekker met houtpellets, omdat deze CO2-neutraal zijn.  

Overig Bouwnieuws

Bezwaar Tata Steel afgewezen, sluiting van een fabriek dreigt 11-12-2025
Rabobank: krappe woningmarkt stuwt prijzen verder omhoog 11-12-2025
Bouw van nieuwbouwwoning duurt steeds langer 11-12-2025
Provincie beëindigt contract met aannemers voor Zeelandbrug 11-12-2025
Woningbouw vraagt miljarden tussen 2030 en 2035 11-12-2025
Woningen op Funda sneller verkocht in 2025 11-12-2025
Weer minder nieuwbouwwoningen in 2025 09-12-2025
Steeds meer Nederlandse woningen zijn aardgasvrij 09-12-2025
Door 'straatjes erbij' in Gelderland ruimte voor woningen 08-12-2025
Rijkswaterstaat: Nederlandse infrastructuur op kritieke grens 08-12-2025
 

Onze partners

  • Fakro Nederland
  • JORDAHL
  • Fermacell
  • Hakron
  • Halfen
  • IsoniQ
  • Carlisle Construction Materials
Sluit deze advertentie